Coachen Op Gedrag

Ontwikkelings gericht

Motivationeel

Zorgzaam

Sociaal veilig

Goal, Reality, Options, Will

De handelingen en activiteiten die bij mensen waarneembaar zijn of wat meetbaar is.

een van de 5 factoren die invloed heeft op iemands gedrag.

VB: ‘Tim heeft door een onveilige jeugd niet dezelfde kansen gehad als zijn vrienden.

1. Fysieke factoren (VB: Pijn, zieke of honger kan ons humeurig maken)

2. Psychische factoren (zelfbeleving en persoonlijkheidskenmerken, VB: als jij jezelf lelijk vind, ga je je onzeker gedragen. OF Als je erg dominant bent, speel je graag de baas over anderen)

3. Sociale factoren (VB: Gedrag van mensen overnemen)

4. Culturele factoren (VB: In onze cultuur is het normaal om elkaar 3 kussen te geven om te feliciteren)

5. Fysische en geogragische factoren (Mensne zijn somber in de winter en vrolijk in de zomer)

Psychologische stroming, richt zich niet op intterlijke processen. Observeerbaar gedrag

Sigmund Freud, de Freud theorie

Bestudeert het gedrag van mensen in grotere groepen, dus de manier waarop mensen samenleving

Iemand doet dit uit zichzelf, zonder dat zijn ouders en/of omgeving dit zo hebben meegegeven of aangeleerd.

Men stelt de mens centraal. Hierin wordt gesteld dat we de behoefte aan zelfactualisering, een groeibehoefde en dat mensen worden gemotiveerd tot handelen vanuit behoeften die ze hebben.

• Zelfontplooiing

• Erkenning

• Sociale behoeften

• Bestaanszekerheid

• Primaire Fysieke behoeften

• Nodigen uit om meer te vertellen

• Werken stimulerend

• Kunnen verhelderend zijn

• Spelers

• Tijd

• Organisatie

• Regels

• Materiaal

Wanneer een prikkel zo vaak herhaald wordt dat het niet meer opvalt.

Het proces waarbij je alle zintuigelijke informatie filtert, selecteerd, ordent en betekenis geeft.

Oorzaken toekennnen om gedrag van anderen te verklaren (ondanks de vaak beperkte informatie) dit noemen we:

Bij visuele waarnemingen zien onze hersenen het geheel en geen losse delen. Deze psychologische stroming richt zich op het beter begrijpen van wat mensen doen wanneer zij nadenken of communiceren, dus dat zij bezig zijn om deze ‘gehele beelden’ te construeren

Wanneer we het belang van de situatie overschatten en de rol van de persoonlijkheid onderschatten bij gedrag van anderen spreken.

Selectieve perceptie is wanneer mensen bepaalde informatie oppikken en andere negeren, gebaseerd op hun eigen overtuigingen en ervaringen. Het kan leiden tot verschillende interpretaties van dezelfde gebeurtenis, afhankelijk van iemands perspectief.

Ik vind Jan altijd erg actief en goed voorbereid zijn tijdens de lessen,, hij zal ook wel erg slim zijn

Ik vind dat Jan vaak niet goed voorbereid de lessen in komt, hij zal vast wel dom zijn

het gebruik van algemene overtuigingen over groepen mensen gebaseerd op bepaalde kenmerken zoals ras, geslacht of leeftijd.

Het grote verschil tussen een vooroordeel en discriminatie is dat je bij discriminatie ook echt ongelijk wordt gehandeld in een gelijke situatie met anderen 

Groote, contrast en mate van herhaling van de prikkel

1. Vorming - mensen komen samen en leren elkaar kennen

2. Storming - Conflicten en spanningen, iedereen probeert zijn plaats te vinden

3. Norming - Consensus wrdt bereikt en gemeenschappelijke regels en normen ontwikkelen

4. Performing - De groep werk efficiënt samen en bereiken doelen. Voor de individu is de rol duidelijk gedefinieerd

5. Adjouring - Als de taak is voltooid, gaat de groep uit elkaar

Een ander woord voor de samenhang binnen de groep, dus eigenlijk het WIJ-gevoel van die groep. 

Individuen passen hun gedrag aan om te voldoen aan de normen van een groep

De psanning of ongemak die onstaat wanneer iemand tegenstrijdige gedachten, overtuigingen of attitudes ervaart

Vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht te kunnen uitvoeren en heeft invloed op wat hij doet.

stelt dat mensen een aangeboren drang hebben om zichzelf te motiveren en te ontwikkelen, gebaseerd op drie basisbehoeften: autonomie, competentie en verbondenheid.

VB:”Naast het feit dat ik de studie interessant moet vinden, vind ik het ook heel belangirjk dat ik een leuk studentenleven heb met mijn studiegenoten”

Als we dat onaangename gevoel van cognitieve dissonantie proberen te verminderen

• Je gaat nieuwe informatie zoeken, die bevestigt dat je de goede keuze maakt en toch het juist gedrag vertoont

• Je verandert je attidute of je verandert je gedrag, waardoor de dissonantie verdwijnt

• Je overtuig jezelf dat je geen invloed hebt op de situatie en er dus niets aan kunt doen

wanneer iemand wordt gedreven door interne factoren, zoals persoonlijke interesses, plezier of voldoening, om een ​​taak uit te voeren, in plaats van externe beloningen of druk.

een vorm van motivatie waarbij mensen handelen op basis van externe druk, zoals schuldgevoelens, schaamte of de behoefte aan goedkeuring van anderen, maar waarbij de motivatie toch nog enigszins intern wordt gevoeld, zij het niet volledig.

Externe, geïntrojecteerde, geïdentificeerde, geïntegreerde, intrinsieke motivatie 

Dit is wanneer iemand handelt vanwege externe factoren, zoals beloningen of straffen, zonder dat er een persoonlijk belang of plezier bij betrokken is.

Dit is wanneer iemand handelt vanwege persoonlijk belang of waarden, zelfs als de activiteit op zichzelf niet per se leuk is, maar omdat de persoon het belang ervan erkent voor hun doelen of identiteit.

Dit is vergelijkbaar met geïdentificeerde motivatie, maar met een hoger niveau van interne samenhang, waarbij de activiteit volledig is opgenomen in de persoonlijke doelen en waarden.

Onderdeel waar je omgeving de meest4e invloed op heeft uit het ASE-Model

Een gedragsverklaringsmodel, probeert het gedrag in kaart te brengen en deels te verklaren

Houding t.o.v onderwerpen

Denken we instaat te zijn het gedrag te kunnen uitvoeren

Subjectieve norm, sociale steun, sociale druk, modelling

Verwachting van de omgeving hoe we ons gedragen

wanneer andere steun bieden bij de verandering van gedrag

Het overnemen van gedrag van attidues en gedrag van anderen