Studied by 9 people
Looks like no one added any tags here yet for you.
het voorgerecht
la entreda
als voorgerecht
de primero
als hoofdgerecht
de segundo
als dessert
de postre
het dessert
el postre
de soep
la sopa
de tomatensoep
la sopa de tomate
de gemengde sla
la ensalada mixta
het slaatje
la ensalada
de frieten
las patatas fritas
de kip
el pollo
het ijsje
el helado
de taart
la tarta
de dagschotel
el menú del día
de ober
el camarero/ la camarera
de tafel
la mesa
de menukaart
la carta
voortreffelijk, fantastisch
estupendo/-a
verkiezen
preferir
voor mij
para mi
om te drinken
para beber
tijdens
durante
de maaltijd, het eten
la comida
lekker
rico/-a
Het is lekker.
Está rico/bueno.
proberen, proeven
probar
Brengt u mij?
¿Me trae?
(mee)brengen
traer
nog een
otro/-a
nu meteen
ahora mismo
nemen
tomar
de rekening
la cuenta
betalen
pagar
het mes
el cuchillo
de vork
el tenedor
de lepel
la cuchara
het lepeltje
la cucharilla
het bord
el plato
het glas
el vaso
het wijnglas
la copa
de servet
la servilleta
snijden
cortar
nog wat
un poco más de
gezouten
salado/-a
pikant
picante
koud
frío/fría
warm
caliente
flauw, smakeloos
soso/-a
te
demasiado
Note
Flashcard