Studied by 2 people
Looks like no one added any tags here yet for you.
l'adversaire (m)
de tegenstander
l'aérosol (m)
de spuitbus
affaiblir
verzwakken
l'affection (v)
de genegenheid
l'affirmation (v)
de bewering, de bevestiging
la base de données
het gegevensbestand
le bâtiment
het gebouw
battre
slaan
bel et bien
goed en wel
bénéficier
profiteren
être en cause
op het spel staan
la cause
de oorzaak, de aanleiding, de zaak
à cause de
vanwege
causer
veroorzaken
céder à
afzien van
décéder
overlijden
la déception
de teleurstelling
le décès
het overlijden
décevoir
teleurstellen
décider
beslissen
en effet
inderdaad
efficace
doeltreffend
s'effondrer
instorten, uiteenvallen
s'erfforcer
zijn best doen, proberen, zich inspannen
l'effort (m)
de inspanning, de poging
falloir
moeten
familier
vertrouwd, bekend
la famine
de hongersnood
la fatigue
de vermoeidheid
en faveur de
ten gunste van
Note
Flashcard