Studied by 3 peopleune augmentation
een verhoging
un banquier, une banquière
een bankier, een bankbediende
un contrat de travail
een werkcontract
une loi
een wet
un mineur, une mineure
een minderjarige
une raison
een reden
un résultat scolaire
een schoolresultaat
une solution
een oplossing
une source de revenues
een bron van inkomsten
une tactique
een tactiek, een specifieke werkwijze
dépéndant, dépendante (de)
afhankelijk (van)
hebdomadaire
wekelijks
interdit, interdite
verboden
légal, légale
legaal, wettelijk
mensuel, mensuelle
maandelijks
permis, permise
toegelaten
réel, réelle
echt
virtuel, virtuelle
virtueel
autoriser
wettelijk toestaan
concerner
aangaan
contenir
inhouden, bevatten
effectuer
effectuer
économiser
(be)sparen
publier
uitgeven, openbaar maken
s’occuper de
zich bezighouden met
surveiller
bewaken, surveilleren
cela vaut aussi pour
dat geldt ook voor
faire appel à
beroep doen op
gérer son budget
zijn budget beheren
il existe des moyens de
er bestaan middelen om
(il n’est) pas question de
(er is) geen sprake van
proposer des services
diensten aanbieden
cependant
nochtans
de proximité
in de nabijheid, buurt-
en échange de
in ruil voor
en plus de
bovenop
évidemment
natuurlijk
un animateur, une animatrice
een animator, animatrice
un atout
een troef, een voordeel
un badge
een naamplaatje, een badge
un caissier, une caissière
een kassier, een kassierster
un entretien
een gesprek, een onderhoud
une expérience
een ervaring
une folie
iets geks, een uitspatting
un job (d’) étudiant
een studentenjob
un jour férié
een feestdag
une lettre de motivation
een motivatiebrief, een sollicitatiebrief
un livreur, une livreuse
een bezorger, bezorgster
un lycéen, une lycéenne
een student(e) middelbare school vanaf het 4de jaar
un moniteur, une monitrice
een instructeur, een instructrice
le nettoyage
het poesten
un plongeur, une plongeuse
een afwasser, afwasster
un prof particulier, une prof particulière
een privéleraar, privélerares
un rendez-vous
een afspraak
un serveur, une serveuse
een ober, serveerster
disponible
beschikbaar, vrij
excité, excitée
opgewonden
extraordinaire
buitengewoon
gênant, gênante
gênant, beschamend
inexplicable
onverklaarbaar
majeur, majeure
zeer belangrijk
ordinaire
gewoon
passionnant, passionnante
spannend
accueillir
onthalen
fabriquer
maken, fabriceren
ignorer
negeren, niet weren
postuler
solliciteren
mettre en valeur
benadrukken, accentueren
ça m’étonnerait
dat zou me verbazen
cela vous arrange?
past dat voor u?
cela vous convient?
past dat voor u?
pas de souci!
geen probleem!
un agent immobilier, une agente immobilière
een immobiliënagent
un chirurgien, une chirurgienne
een chirurg(e)
un criminologue, une criminologue
een criminoloog, criminologe
un écrivain, une écrivaine
een schrijver, schrijfster
un instituteur, une institutrice
een leraar, lerares lagere school
un père au foyer, une mère au foyer
een huisvader, huismoeder
un projet
een plan, een project
un psychiatre, une psychiatre
een psychiater
un psychologue, une psychologue
een psycholoog, een psychologe
un sage-homme, une sage-femme
een verloskundige
un secrétaire, une secrétaire
een secretaris, secretaresse
les sciences humaines (f.)
de humane wetenschappen
un scientifique, une scientifique
een wetenschapper, wetenschapster
souhaiter
wensen
être au chômage
werkloos zijn
être retraité, retraitée
op rust, gepensioneerd zijn
prendre soin de
zorg dragen voor
travailler à son compte
zelfstandige zijn, voor eigen rekening werken
Note
Flashcard