Aardrijkskunde 4vwo H1.1-1.4

laagste deel van een rivier, net voordat zij in de zee stroomt

het gebied dat door winterdijken tegen de rivier wordt beschermd

het begin van een rivier, het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt

het gebied tussen de twee winterdijken waar de rivier stroomt

de totale hoeveelheid water die een rivier afvoert op een bepaalde plek per tijdseenheid (sec)

de situatie waarin het verschil tussen vloed en eb minimaal is.

bestaat uit winterdijken, uiterwaarden en zomerdijken

het wegzakken van water in de bodem

de doorsnede van een rivier vanaf de bron tot de monding, bestaande uit boven-, midden- en benedenloop

middelste deel van de rivier, tussen boven-, en benedenloop

de verdeling van de hoeveelheid neerslag over een bepaalde periode, bijvoorbeeld een jaar

de maximale afvoer tijdens een hoogwater periode

de schommelingen in de waterafvoer van een rivier gedurende een jaar

de situatie van hoge vloed en lage eb

gebied waarin al het regen- en smeltwater via een hoofdrivier naar zee stroomt

een rivier met al haar zijrivieren

gebied tussen rivier en de winterdijk dat overstroomt wanneer de rivier buiten haar oevers treedt

het gemiddelde verval per kilometer (eenheid: m/km)

door toegenomen verstedelijking neemt het oppervlakte van straten en wegen toe, waardoor regenwater sneller afspoelt

de hoeveelheid tijd die water nodig heeft om na een regenbui in de rivier te komen

het hoogte verschil tussen twee punten langs een rivier (eenheid: m)

de grens tussen twee stroomgebieden

het gebied tussen de beide winterdijken dat bestaat uit zomerbed en uiterwaard

de bedding rivier’s zomers doorheen stroomt

gebied omgeven door waterkringen zoals dammen, dijken en duinen, dat ons tegen het hoog rivier- of zeewater beschermt

een samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de 21 waterschappen waarbij alle primaire waterkringen voor 2050 worden versterkt

hierbij worden overstromingen, wateroverlast, droogte en waterkwaliteit in samenhang bestudeerd waarbij rekening wordt gehouden met de invloed van klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en menselijk handelen

een organisatie van de Verenigde Naties waarin honderden wetenschappers de risico’s van klimaatverandering evalueren en rapporteren

het nemen van maatregelen gericht op het reguleren van het waterpeil voor de scheepvaart door middel van stuwen, sluizen en het afsnijden van bochten

dam loodrecht op de rivieroever die moet voorkomen dat de oever afkalft en die er ook voor zorgt dat het meeste water in het midden van de rivier blijft stromen

duin, dijk of hybride kering die ons land beschermt tegen het buitenwater uit de Noordzee, Waddenzee, de grote rivieren en het IJssel- en Markermeer

gebied langs de rivier waar het water bij een piekafvoer opgeslagen wordt om de rivierwaterstand stroomafwaarts te verlagen

het uitvoerende agentschap van het ministerie van Infrastructuur en Milieu dat zorgt voor onze wegen, vaarwegen en de bescherming tegen overstromingen

programma waarin Rijkswaterstaat samen met waterschappen, gemeenten en provincies onze rivieren op ruim dertig plaatsen meer ruimte geeft, bijvoorbeeld door het verleggen van dijken, graven van nevengeulen en verdiepen van uiterwaarden

het beperken van het verlies van water

het lozen van water door middel van spuisluizen op het buitenwater bij voldoende hoogte verschil

vaste of regelbare dam in de rivier voor het handhaven voor het waterpeil en het regelen van de waterafvoer

toename van het zoutgehalte in de bodem en het water

een overheidsinstantie die de waterhuishouding regelt in een bepaald gebied; zij zorgt voor veiligheid, voldoende water, schoon water en werkt samen met anderen overheden, zoals gemeente, provincie en het Rijk

de hoeveelheid water die een gebied binnenstroomt

de overheid kijkt ver vooruit zodat zij op tijd betaalbare maatregelen kan nemen om zo flexibel in te spelen op nieuwe kansen en nieuwe inzichten

het tijdelijk opslaan van water in retentiebekkens of gegraven poelen

programma van overheden en andere organisaties met aanbevelingen om Nederland te beschermen tegen hoogwater en te zorgen voor voldoende zoetwater

het gebied aan de monding van een rivier waar sediment wordt aangevoerd en afgezet

een heuvel die bestaat uit opgewaaid zand

laagste waterstand in de getijdenschommeling

trechtervormige monding van een rivier, ontstaan door de getijdenstromingen van eb en vloed

stroming die ontstaat als gevolg van de getijden: de richting van de vloedstroom en ebstroom zijn tegenovergesteld aan elkaar

kust die in Nederland uit dijken, dammen en waterkeringen bestaat

hoogste waterstand in de getijdenschommeling

een zandplaat die bij eb droogvalt en bij vloed wordt overspoeld

kust die opgebouwd is uit zand

een primaire dijk die direct aan zee grenst

stijging van de hoogte van de zeespiegel

de positie van de kustlijn zoals die op 1 januari 1990 was

bebouwing langs de kust waardoor deze zijn flexibiliteit verliest

het beheer van de kustlijn waarbij zee en wind de ruimte krijgen om sediment en zandsuppleties te verplaatsen

vergroten van het bewustzijn en aandacht voor het beperken van de gevolgen van een overstroming

de combinatie van bodemdaling en zeespiegelstijging

gebied waar onder invloed van het getij het zeewater door een geul in de duinen het land kan binnenstromen

een door zandsuppletie ontstaan schiereiland in het kader van het dynamisch kustbeheer

het storten van zand uit de Noordzee voor de kust en op het strand